Als u eet, wordt het voedsel door een lange, smalle buis (de slokdarm) naar uw maag getransporteerd. Hier wordt het voedsel in kleinere stukken gekneed en door uw spijsverteringssappen vloeibaar gemaakt.
Daarna wordt de inhoud van uw maag verder getransporteerd naar de dunne darm (ileum), waar de spijsvertering wordt beëindigd. Uw lichaam absorbeert de voedingsstoffen die het nodig heeft voor energie, om te groeien en om nieuwe cellen aan te maken en neemt deze op in de bloedsomloop.
Als alle voedingsstoffen geabsorbeerd zijn, gaan de restanten naar de dikke darm (colon), waar uw lichaam er meer vocht aan onttrekt om het afvalproduct steviger te maken. De spieren in de wand van uw dikke darm duwen het afvalproduct vervolgens naar uw endeldarm (rectum), waar het via de anus (kringspier) en met hulp van de sluitspier als ontlasting uw lichaam verlaat.
Wat is het effect van een colostoma of een ileostoma op het spijsverteringsstelsel?
Als een colostoma of een ileostoma op uw buik wordt aangebracht, verandert dit de gebruikelijke manier waarop u naar het toilet gaat. Uw ontlasting zal niet meer uit de anus komen, maar uit de stoma. Normaal gesproken wordt de afvoer van de ontlasting door een speciale sluitspier van de anus gecontroleerd; nu werkt dat echter anders.
Het belangrijkste verschil is nu dat u met een stoma de ontlasting niet meer op kunt houden. U hebt geen controle meer over het moment wanneer u ontlasting heeft. Ook de controle over wanneer u winden laat is verdwenen.
Urinestoma en de invloed op het urinestelsel
Urine wordt gemaakt door uw nieren en gaat via twee buizen (de urineleiders) naar de blaas. De urine wordt continu geproduceerd en wordt opgeslagen in uw blaas totdat u de aandrang voelt om te plassen. De urine verlaat uw lichaam dan via de urinebuis.
Als een urinestoma wordt aangemaakt, verandert dit de normale manier van plassen. De urineleiders worden in een stukje dunne darm gehecht en dit stukje darm wordt door de buikhuid heen naar buiten gebracht. Dit heet een stoma. De urine zal niet meer uit uw urinebuis komen, maar uit de stoma.
Het plassen wordt normaal gesproken door een speciale spier in de urinebuis gecontroleerd. Het belangrijkste verschil voor u is nu dat u met een stoma de urine niet meer op kunt houden en er geen controle over hebt wanneer u urine moet lozen.
