Bij de meeste mensen is de urine normaal gesproken steriel (vrij van ziektekiemen of bacteriën) en de aanwezigheid van bacteriën in de urinewegen leidt niet noodzakelijkerwijs tot een urineweginfectie. Als de bacteriën echter groeien en zich vermenigvuldigen, kunnen ze een infectie van de urinewegen veroorzaken waarvoor behandeling nodig is. Iedereen kan een urineweginfectie krijgen, maar ze komen vaker voor bij vrouwen dan bij mannen, omdat vrouwen een kortere urinebuis hebben (het kanaal waardoor de urine wordt uitgeplast).
De bekendste urineweginfectie is een blaasontsteking; deze wordt veroorzaakt door bacteriën die in uw blaas komen. In de meeste gevallen komen de bacteriën uw blaas binnen via de plasbuis. In de blaas drijven de bacteriën in de urine of raken vastgehecht aan de blaaswand en vermenigvuldigen zich daar. Omdat blaas en nieren op elkaar zijn aangesloten, kunnen de bacteriën in de blaas ook in de nieren terechtkomen. Dat wordt een hoge urineweginfectie genoemd. Slaagt het afweersysteem er niet in de bacteriën uit het lichaam te verwijderen, dan heeft u waarschijnlijk een behandeling met antibiotica nodig.
Iedereen kan een urineweginfectie krijgen, maar vrouwen hebben er vaker last van dan mannen; vrouwen hebben een kortere plasbuis waardoor bacteriën sneller in de urinewegen terecht komen. Zelfkatheterisatie verhoogt de kans op een urineweginfectie; daarom is het belangrijk om iedere keer een nieuwe katheter te gebruiken.
